[spacer height=”150px” id=”3″]
Talentontwikkeling in stroomversnelling door variatie in materiaal
Wie beter wil worden in zijn of haar sport, doet er goed aan te trainen met aangepaste materialen. Uit onderzoek blijkt dat hockeyers die oefenen met een bal die in disbalans is, betere technische vaardigheden ontwikkelen dan hockeyers die met een normale bal aan de slag gaan. “Sporters merken de aanpassing van de bal niet, maar worden wel meer uitgedaagd”, zegt hoogleraar Geert Savelsbergh van de Vrije Universiteit.
Geert Savelsbergh, co-founder van het Athletic Skills Model (ASM), deed met drie andere wetenschappers onderzoek onder 129 hockeyers van gemiddeld 8,5 jaar oud die een kleine twee jaar aan ervaring in deze sport bezitten. De wetenschappers verdeelden de kinderen in twee groepen: de ene groep trainde met de normale witte bal, de ander speelde met een aangepaste gele bal. De hockeyers voerden vervolgens allerlei oefeningen uit gericht op de basistechniek.
Significant verschil
Vóór de eerste training werden de kinderen met een reguliere hockeybal getest via een dribbelparcours. Na training nummer vier gebeurde dat nogmaals, waarbij de tijd werd gemeten met een stopwatch. Wat bleek? De groep die tijdens de eerste vier trainingen oefende met de aangepaste bal, toonde significant meer verbetering dan de andere groep. Na de tweede periode, waarin de groepen van bal wisselden, zagen de wetenschappers hetzelfde resultaat.
Savelsbergh heeft een verklaring voor het gevonden effect. “Als je na verloop van tijd weer met normale bal traint, lijkt het wel alsof dat makkelijker gaat”, duidt hij de resultaten van het onderzoek dat hij uitvoerde met twee collega’s van de Vrije Universiteit en de conditie- en hersteltrainer van het Nederlands voetbalelftal. “Door een disbalans aan te brengen in de gele bal, worden de oefeningen uitdagender.”
“Leermethodes worden zó gemaakt dat het aanpassingsvermogen wordt getraind”
Het idee van dit onderzoek komt voort uit het Athletics Skills Model (ASM), dat is ontwikkeld voor talentontwikkeling. In dit model staan aanpassingsvermogen en creativiteit centraal. Leermethodes worden zó gemaakt dat het aanpassingsvermogen wordt getraind. Een aangepast bal werd in het voetbal al gebruikt, maar de wetenschappers kwamen op het idee om dergelijke ballen ook in andere populaire sporten in Nederland in te zetten.
“Wij oefenen geen sport, maar vaardigheden”, legt Savelsbergh het principe van ASM uit. “We kunnen die vaardigheden wél oefenen door verschillende sporten te doen. Uiteindelijk verbinden we die vaardigheden via coördinatie-vaardigheden. Uit eerder onderzoek weten we dat coördinatie een belangrijke factor is in de sport.”
Een denkfout die vaak wordt gemaakt, is dat de uitvoering van een bepaalde sporthandeling voor iedereen hetzelfde is. Savelsbergh: “Wij weten al heel lang dat dat helemaal niet zo is. Iedereen toont ongeveer hetzelfde patroon, maar er zitten wel verschillen in omdat we nu eenmaal anders gebouwd zijn.”
Coördinatiepatroon trainen
De onderzoekers wijzen daarbij naar het zogeheten Constraints-led approach. Deze theorie gaat uit van drie factoren die van invloed zijn op de optimale beweging. De omgeving (bijvoorbeeld de ondergrond waarop je speelt), het organisme (jouw lichaamsbouw) en de taak (bijvoorbeeld het slaan van een hockeybal). Stel je slaat een bal op een zandveld, dan verandert jouw omgeving en moet je je aanpassen. Dat heeft invloed op de beweging. “Wij gebruiken kleine veranderingen om het coördinatiepatroon te trainen”, zegt Savelsbergh. “Ik denk dat wij hiermee ook creativiteit stimuleren. Het lichaam ontdekt zelf onbewust oplossingen.”
De benadering vanuit ASM toont gelijkenissen met het gedachtegoed van Frans Bosch, die vindt dat niet de ideale beweging, maar de beperking van het lichaam en de manier waarop het lichaam zichzelf organiseert uitgangspunten zijn van de bewegingsleer. Savelsbergh ziet ook de overeenkomsten met Bosch. “Maar hij richt zich vooral op krachttraining, dat is bij ons slechts een onderdeel. Het uitgangspunt is echter wel hetzelfde: leren met variatie is het beste voor de sporter.”
Na hockey volgt voetbal
Savelsbergh vertelt dat er plannen zijn om de aangepaste bal ook toe te passen bij andere sporten. “We weten dat diverse voetbalclubs de aangepaste bal gebruiken. We zijn bezig met basketbal, ook met handbal zitten we nog in de probeerfase. Op termijn hopen we dat we ook in deze sporten met een aangepaste bal kunnen trainen.”
Het idee voor dit artikel is ontstaan na lezing van het artikel Trainen met een aangepaste hockeybal verbetert de bal-stick vaardigheid (bron: Sportgericht nr. 6, 2019).4>
Dit artikel is gepubliceerd op Sport Knowhow XL en met toestemming herplaatst. Bekijk hier het originele artikel op SportKnowhowXL.nl.4>
Datum: 2020-03-03 (origineel 2020-01-20)
Door: Frank Molema