Een puber van elf die al boven de rest uitsteekt, naast een leeftijdsgenoot die pas jaren later een groeispurt krijgt — iedere trainer, coach of gymdocent herkent het beeld. Maar hoe ga je daar als professional slim mee om? Tijdens de ASM Masters of Movement in april 2025 doken Joe Eisenmann en Nicole Rodriguez diep in deze uitdaging. Gerrit en Jurgen waren erbij, luisterden, observeerden, en kwamen thuis met een hoofd vol inzichten.
Want kinderen groeien allemaal. Alleen niet tegelijk. En juist in die kwetsbare tussenfase van kind naar volwassene ontstaan er kansen én risico’s. Het Athletic Skills Model (ASM) biedt een wetenschappelijk en praktisch kader om jeugd op een gezonde manier te laten bewegen. Niet alleen in de sport, maar ook op school en in de gymzaal.
Waarom de groeispurt meer zegt dan kalenderleeftijd
Joe Eisenmann, bewegingswetenschapper met ervaring in zowel academisch onderzoek als topsport, brak meteen een lans voor het serieus nemen van biologische leeftijd. “Het moment waarop een kind zijn groeispurt beleeft, zegt meer dan zijn geboortedatum.” Hij legt uit dat coaches te vaak blindvaren op kalenderleeftijd, terwijl vroegrijpe pubers op hun veertiende een compleet ander lichaam hebben dan hun teamgenoten van dezelfde leeftijd.
Wie weet waar een kind zit in zijn ontwikkeling, kan slimmer trainen. En dat hoeft niet ingewikkeld te zijn: meten van lengte, gewicht en zithoogte kan al genoeg zijn om de ‘piekgroeisnelheid’ in kaart te brengen. Daarmee wordt duidelijk of een kind in de voorbereidende fase, de groeispurt zelf of juist in de stabiliserende fase zit.
Groeispurt en blessurerisico: variatie als medicijn
Een belangrijke waarschuwing die Eisenmann meegeeft: wie in deze periode traint alsof iedereen hetzelfde is, loopt risico op overbelasting. Kinderen die in hun groeispurt zitten, zijn tijdelijk minder belastbaar. Maar stilzitten is ook geen oplossing.
Het antwoord? Variatie. “Wie afwisselend traint, raakt minder snel geblesseerd,” stelt ook René Wormhoudt, medegrondlegger van het ASM. “Gebruik spelvormen, andere bewegingspatronen en alternatieve oefeningen om kinderen actief te houden, zelfs bij klachten.”
Gerrit herkende dat meteen van thuis. Zijn dochter van veertien zat net met een knieblessure aan de kant. “Eigenlijk kreeg ze niks aangeboden als alternatief. Terwijl ze dolgraag wilde blijven meedoen.” Eisenmann bevestigt: juist dan is het belangrijk om veelzijdig te blijven bewegen — mits goed afgestemd op wat het lichaam aankan.

De kracht van bio-banding
Een ander inzicht dat Eisenmann onder de aandacht bracht: bio-banding. In plaats van kinderen indelen op leeftijd (O13, O14…), groepeer je ze op basis van biologische rijpheid. Zo spelen vroegrijpe pubers tegen elkaar, en krijgen laatbloeiers de kans om hun technische kwaliteiten te tonen zonder letterlijk omver gelopen te worden.
“Een veel eerlijker systeem,” zegt Eisenmann. “En het werkt ook motiverend: de een voelt zich niet meer de beste ‘omdat hij toevallig groot is’, en de ander krijgt eindelijk ruimte om te groeien in het spel.” Toch is het niet eenvoudig te implementeren. Jurgen zag het al voor zich: “Leg maar eens uit aan ouders dat hun kind met jongere spelers gaat trainen. Daar is goede communicatie voor nodig.”
Krachttraining tijdens de groeispurt: zo doe je het veilig én leuk
Nicole Rodriguez nam de deelnemers mee naar de gymzaal en gaf een workshop die voor sommigen verrassend speels uitpakte. Geen zware gewichten, geen fancy apparaten — maar stokken, ballen en lichaamsspanning. Ze liet zien hoe je via isometrische oefeningen, duw- en trekspelletjes en eenvoudige aanpassingen toch gericht aan kracht en coördinatie kunt werken.
Haar boodschap: goede krachttraining begint bij voelen. Laat kinderen ervaren wat het is om spanning op te bouwen, stabiel te staan, of hun lichaam te controleren in beweging. “Je hoeft geen fancy gym om iemand sterker te maken. Soms is een muur en een medicijnbal genoeg.”

Wat neem je mee als sportouder, trainer of docent?
De groeispurt is geen excuus om kinderen stil te laten zitten — het is juist een uitnodiging om anders te denken over training en ontwikkeling. Kinderen zijn in deze fase niet zwakker of lastiger, maar gewoon in verandering. Wie dat serieus neemt, kiest voor variatie, maatwerk en slimme timing. Niet harder, maar anders trainen. Niet meer pushen, maar beter begeleiden.
Of je nu voor de klas staat, een team coacht of thuis een puber ziet groeien: durf de groeispurt te zien als kans in plaats van risico. En vergeet nooit — veelzijdig bewegen is het fundament voor een leven lang met plezier sporten.
Vragen die in deze aflevering worden beantwoord zijn:
Wat is het grootste misverstand over trainen tijdens de groeispurt?
Veel mensen denken dat je tijdens de groeispurt beter helemaal kunt stoppen met trainen, om blessures te voorkomen. Joe Eisenmann legt juist uit dat doorgaan belangrijk is — maar dan wel met minder belasting en meer variatie. Zo blijf je in beweging zonder overbelasting te riskeren.
Waarom zijn leeftijdscategorieën niet altijd eerlijk in jeugdsport?
Omdat kalenderleeftijd weinig zegt over waar een kind zit in zijn ontwikkeling. Twee veertienjarigen kunnen lichamelijk jaren verschillen. Bio-banding — indelen op basis van biologische rijping — geeft kinderen een eerlijke kans om op hun eigen niveau te ontwikkelen.
Hoe kun je kracht trainen zonder sportschool of gewichten?
Nicole Rodriguez liet zien dat je met simpele middelen als een muur, stokken of een bal al effectief aan kracht en coördinatie kunt werken. Isometrische oefeningen, waarbij spieren onder spanning blijven zonder te bewegen, zijn ideaal voor jonge sporters.
Wat kun je doen als een kind last heeft van overbelasting?
Niet stoppen, maar aanpassen. René Wormhoudt benadrukt het belang van variatie: bied alternatieve vormen van beweging aan waarbij andere spiergroepen of beweegvormen centraal staan. Zo blijft het kind actief zonder extra belasting op de pijnplek.
Wanneer weet je of een kind in de groeispurt zit?
Dat kun je meten met simpele gegevens: lengte, gewicht en zithoogte. De ASM groeicalculator schat op basis daarvan wanneer de piekgroeisnelheid verwacht wordt. Eisenmann adviseert om deze fase te herkennen, zodat je het trainingsprogramma hierop kunt afstemmen.
Wat is de belangrijkste taak van een coach tijdens de puberteit?
Volgens Nicole en Joe: maatwerk leveren én plezier houden in bewegen. Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders — fysiek, mentaal en sociaal. Wie dat serieus neemt, begeleidt niet alleen het lichaam, maar ook het zelfvertrouwen en de motivatie van de sporter.
Masters of Movement masterclass live bijwonen?
Dat kan! Voor iedereen die gek is op bewegen.
20 juni: Veelzijdig bewegen in een rolstoel. Hoe doe je dat? En zou dat niet voor elke beweger waardevol zijn om te doen?
Accreditaties Masters of Movement masterclasses.
Accreditatie Kwaliteitshuis Fysiotherapie aangevraagd.
max 7/jr