Veel bekende topsporters hebben in hun sportverleden andere sporten gedaan of doen dat tijdens hun topsportcarrière nog. Dat geldt ook voor veel Nederlandse topatleten zoals Jackie Groenen, Kjeld Nuis, Mathieu van der Poel, Pieter van den Hoogenband, Johan Cruyff, Dafne Schippers enzovoort. In lijn met deze gedachte deelde TeamNL onlangs ook de sporthistorie van paralympisch atlete Lara Baars. Voldoende aanleiding voor Yordi Vermaat, die dagelijks vanuit de ASM Academy nieuwe trainers en coaches het Athletic Skills Model bijbrengt, om contact op te nemen en meer te weten te komen over het sportverleden van Baars en de voordelen die zij daaraan beleeft.
Droomde jij als kind al van een leven als topsporter?
“Stiekem misschien wel, ik was altijd al sportief. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik op die leeftijd nog geen weet had van paralympische sporten. Toen ik op die Talentdag werd gewezen, ben ik er vooral heen gegaan omdat atletiek mij altijd heeft aangesproken. Atletiek had ik nog nooit beoefend, laat staan op topsportniveau. Na die dag werd ik benaderd door de Atletiekunie en kon ik aansluiten bij het talentenprogramma, omdat ik schijnbaar ook over voldoende talent beschikte. Dit verraste me enigszins wel, omdat ik natuurlijk nieuw was in die sport.”
Twee jaar na de Talentdag kwalificeerde jij je voor je eerste WK…
“Daar won ik mijn eerste zilveren medaille, waarmee ik me ook direct plaatste voor de Paralympische Spelen en lid werd van TeamNL. Ik werd daarmee fulltime sporter en ging vanaf dat moment ook op Papendal trainen. In een relatief korte tijd heb ik mezelf de sport eigen gemaakt. Ik begon bij kogelstoten met de aanstap-techniek, maar begin 2019 wilde ik al de draaitechniek toepassen. Dit is vrijwel dezelfde beweging die binnen het discuswerpen wordt toegepast. Het bleek dat ik voor deze complexe beweging veel potentie had.”

Lara Baars, TeamNL
‘Paralympisch goud blijft mijn grootste doel’
Lara Baars (23) is een Nederlandse atlete, met kogelstoten en discuswerpen als specialisaties. In 2016 won ze een bronzen medaille tijdens de Paralympische Spelen van Rio de Janeiro. Haar doel voor de toekomst is duidelijk: paralympisch goud. Lara heeft een groeistoornis. Als kind zat ze drie jaar op ballet, turnde daarna een half jaar, om vervolgens elf jaar te handballen. Een bezoek aan een Paralympische Talentdag van TeamNL in 2013 was de eerste stap naar wat uiteindelijk uitmondde in het topsportleven dat ze nu leidt, inclusief tien trainingsmomenten per week.
Je bent breed motorisch ontwikkeld door de verschillende sporten die je beoefende als kind. Wat merk je daar nu van bij het kogelstoten en discuswerpen?
“Voor beide onderdelen heb ik zowel een goede stabiliteit als draaitechniek nodig. Het heeft mij zeker geholpen dat ik al jaren allerlei sporten heb beoefend, voordat ik met atletiek begon. Als jong meisje leerde ik bij ballet en turnen bijvoorbeeld al veel te draaien. Ik merkte dat ik in het draaien daardoor erg stabiel ben en de draaitechniek paste beter bij me. Ik kan al roterend mijn lichaamszwaartepunt van laag naar hoog brengen, exact wat ik moet doen tijdens de draaitechniek van beide disciplines. Het lijkt goed synchroon te lopen.”
Je hebt ook een lange tijd handbal gedaan, wat een andere werptechniek is dan je nu doet. Levert die ervaring je nu nog wat op ten opzichte van je concurrenten?
“Ik gebruikte bij het handbal de valworp veel als ik op doel gooide. Daarmee heb ik echt leren vallen. En hoe beter je durft te vallen, hoe langer je in balans kan blijven. Als ik tot mijn 17e op de bank was blijven zitten, was ik niet op het niveau geweest waar ik nu ben.”
Je kwalificeerde je voor de Paralympische Spelen van Tokio voor het kogelstoten, toen de coronacrisis uitbrak.
“Het enige dat tot nu bekend is, zijn de data voor de Spelen van 2021. Ik heb de limiet gestoten, maar ben voor volgend jaar nog niet zeker van deelname. Zo is het bijvoorbeeld nog niet duidelijk hoeveel plaatsen er beschikbaar worden gesteld voor Nederland. Ik kan dus niets anders dan doortrainen en afwachten. Maar uiteindelijk blijft mijn doel hetzelfde: paralympisch goud. Al denk ik dat het daarvoor in Tokio nog te vroeg is.”

Heb je eigenlijk een voorkeur: kogelstoten of discuswerpen?
“Die vraag wordt mij vaak gesteld. Discuswerpen vind ik iets leuker, maar in kogelstoten ben ik beter. Beide onderdelen komen met elkaar overeen vanwege de draaitechniek. Maar een kogel weegt drie kilo en een discus 750 gram, dus dat is ook een behoorlijk verschil. Met discuswerpen heb ik dit seizoen ook de limiet gehaald voor de Paralympische Spelen in Tokio. Ook heb ik het wereldrecord verbeterd. Door het uitstel van de Spelen krijg ik volgend jaar nog meer kansen om verder te werpen.”
Is er al meer duidelijk over jouw programma voor de rest van dit jaar?
“Vanaf juni mochten er weer officiële wedstrijden plaatsvinden en daar heb ik ook aan deelgenomen. Het ging boven verwachting goed. Op beide onderdelen heb ik persoonlijke records meerdere keren verbeterd. Ik voel me fit en goed! En ik ben nog zo jong en wat ik doe nog zo leuk, dat ik soms ook al denk aan de Spelen van 2024 in Parijs en die van Los Angeles in 2028.”