Met de zomerstop voor de deur, eindigt voor de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) eind juli ook de test met de ASM REV3RSE® en de ASM Adaptaball®. Begin juni startte het ASM hier in samenwerking met de KNHB mee. Onder leiding van Erik van Driel, trainer/coach van de dames van Jong Oranje, werd er acht weken lang met deze innovatieve trainingsmaterialen getest bij zowel de dames, de heren als bij de jeugd.
Joost van Geel is prestatiemanager bij de KNHB en was de afgelopen periode zodoende zijdelings betrokken bij de test. “Ik ben verantwoordelijk voor de opleiding naar het Nederlands team toe en daar is Jong Oranje een onderdeel van,” zo legt hij uit. “Hockeybondbreed hebben we een visie hoe de spelers en speelsters opgeleid moeten worden. Eén van de facetten daarin is; zorgen voor een passende belasting per leeftijdsgroep. Het ASM snijdt dit onderwerp breed aan en het is aan ons om dit te vertalen naar het tophockey. Erik van Driel zag het testen van de ASM REV3RSE en de ASM Adaptaball als een mogelijkheid, omdat de hockeyers er door worden getriggerd en zowel de passing als de aannames anders ervaren.”
“We kunnen spreken van een positieve ervaring.”
Juiste moment
Vanwege de coronacrisis was de afgelopen periode ook het juiste moment voor het testen van de innovatieve materialen. Van Geel: “Ook voor ons konden er een aantal dingen wel en een aantal dingen niet plaatsvinden. En het trainen met de ASM REV3RSE en de ASM Adaptaball was wel mogelijk. Een belangrijk facet voor ons is het ontwikkelen van het zelfregulerend vermogen van onze hockeyers en hockeysters en deze periode was daar een uitgelezen mogelijkheid voor om anders bij stil te staan.”
Trainingsintensiteit
Met, op het oog, resultaat. Zoals een mens nooit zal verleren te fietsen, hoeft een hockeyer niet na te denken over een aanname of een pass. En de afgelopen weken moest dat op training juist wel. “De (leer)intensiteit van de trainingen lijkt daardoor omhoog te gaan,” aldus Van Geel. “Op het veld word je eerst bewust van je onbekwaamheid. Het is de kunst om dat in eerste instantie uiteindelijk zo om te draaien, dat je bewust bekwamer wordt. Dat is een ontdekkingstocht. De meesten vinden het leuk om te ontdekken, het maakt de omgeving in ieder geval aantrekkelijker.”
Toegevoegde waarde
Vooralsnog is het te vroeg voor Van Geel om te kunnen besluiten dat de ASM REV3RSE en de ASM Adaptaball structureel worden opgenomen in de trainingsprogramma’s van de bond. “Het ziet er naar uit dat het van toegevoegde waarde is geweest, dat zullen we nader evalueren. En dat is altijd een voorwaarde voordat iets structureel kan worden. Met die gewogen achtergrond zet het namelijk zoden aan de dijk. We kunnen al wel spreken van een positieve ervaring. Het breed motorisch ontwikkelen via het ASM deden we al bij de KNHB en zullen we verder gaan uitbreiden. Zo wordt er in de jeugd bijvoorbeeld al gerugbyd tijdens de warming-up. Of de ASM REV3RSE en de ASM Adaptaball ook op langere termijn daadwerkelijk het effect hebben dat we graag zouden willen zien, dat gaan we na afloop van de testperiode eerst evalueren.”
Joost van Geel (links) in gesprek met Erik van Driel (rechts) bij de training van Jong Oranje dames KNHB.
Foto: Bodi Fok