Door: Emilie Maclaine Pont | 17 april 2025
Op vrijdag 4 april jl. vond de eerste bijeenkomst plaats van de nieuwe Masters of Movement-cyclus, georganiseerd door het Athletic Skills Model (ASM). Deze editie stond in het teken van een vraag die leeft bij veel trainers, fysiotherapeuten en bewegingsonderwijzers: hoe trainen we jongeren verantwoord, effectief én met plezier — zoals dat in de Verenigde Staten steeds vaker gebeurt? Met Amerikaanse topsprekers dr. Joe Eisenmann en Nicole Rodriguez werd de zaal in Amsterdam een avond lang ondergedompeld in de nieuwste inzichten op het snijvlak van wetenschap en praktijk.
De bijeenkomst begon met een speelse noot. Jurgen van Teeffelen en Gerrit Heijkoop van de Slimmer Presteren Podcast trapten af met een ‘ASM-proof’ quiz. De luchtige opwarming bracht niet alleen veel hilariteit, maar zette ook meteen de toon voor een avond vol bewegend leren.

Na de quiz sprak ASM-grondlegger René Wormhoudt over de ontwikkelingen in kracht- en conditietraining. Waar dit type training voorheen vooral was voorbehouden aan topsporters, is het nu een integraal onderdeel van vrijwel elke sport – van voetbal tot tennis en voor jongeren tot en met senioren. Deze benadering is holistischer geworden en steeds meer gebaseerd op data. Wormhoudt benadrukte dat goede motorische vaardigheden al op jonge leeftijd ontwikkeld moeten worden. Culturele verschillen, bijvoorbeeld in hoe jongens en meisjes leren bewegen, beïnvloeden ook blessuregevoeligheid op latere leeftijd. Wie jong leert variëren in complexe bewegingen, is later beter beschermd tegen blessures.
“Train (af en toe) op basis van biologische leeftijd”
De eerste keynote werd verzorgd door prof. dr. Joe Eisenmann, bewegingswetenschapper aan de Saint Xavier University in Chicago met meer dan 25 jaar ervaring in jeugdtraining en sportwetenschap. Tijdens zijn presentatie zoomde hij in op het trainen tijdens de groeispurt. De centrale vraag: mijn kind of pupil komt in een groeispurt, wat moet ik doen als het om trainen gaat?
"Chronologische leeftijd zegt weinig over fysieke rijpheid"
Joe Eisenmann Tweet
Eisenmann onderscheidt drie kernconcepten: groeien (toename in lengte, gewicht en orgaangroei), volwassen worden (biologische rijping) en ontwikkeling (sociaal, emotioneel, motorisch). Deze processen lopen niet synchroon en verschillen sterk per individu. Een belangrijke conclusie: chronologische leeftijd zegt weinig over fysieke rijpheid.
Hij introduceerde het concept van verschillende leeftijdsdimensies: chronologisch (hoe oud iemand is in jaren), relatief (bijvoorbeeld of iemand vroeg in het jaar jarig is), biologisch (ontwikkeling van skelet, lengtegroei en seksuele rijping), gedrag, en trainingservaring. Dit alles is van invloed op selectieprocedures en trainingsprogramma’s. Het geboortemaandeffect (kinderen uit het eerste kwartaal worden vaker geselecteerd) illustreert hoe ongelijk het speelveld kan zijn.

Eisenmann legde vervolgens uit hoe je biologische rijpheid op verschillende manieren kunt inschatten. Zo is de maturity offset-methode een model dat groeispurt voorspelt op basis van geboortedatum, lengte en gewicht. De Khamis-Roche-methode voorspelt de volwassen lichaamslengte op basis van ouderlijke en eigen lengte en gewicht. Ook visuele observatie – het oog van de coach – is waardevol. Relatief lange benen of een snelle toename in schoenmaat is een indicatie van een naderende groeispurt.
Door bio-banding (het groeperen van kinderen op biologische in plaats van chronologische leeftijd) worden competitie en training eerlijker en effectiever, meent Eisenmann. Hij wees erop dat kinderen liever spelen tegen fysiek gelijkwaardige tegenstanders. Bovendien helpt het blessures te voorkomen. Tijdens de groeispurt groeien botten, spieren en pezen niet synchroon en dat verhoogt het risico op blessures aanzienlijk, zeker in combinatie met slaaptekort en overbelasting.
Rodriguez introduceerde een model dat jonge sporters opdeelt in drie ontwikkelingsfasen, met bijbehorende trainingsstrategieën
Zijn advies: houd trainingsbelasting en reacties daarop bij, bijvoorbeeld via Google Forms of ouderwets met pen en papier. Zorg voor voldoende slaap, leer kinderen goede basisbewegingen aan (zoals squats), vervang tijdens de groeispurt te zware trainingen tijdelijk door balans- en coördinatie-oefeningen en stel individuele programma’s op. Eisenmann deelde een onderzoek waaruit volgt dat dergelijke aanpassingen de kans op blessures tot wel negentig procent kunnen verlagen.
Krachttraining per ontwikkelingsfase
De tweede keynote kwam van Nicole Rodriguez, kracht- en conditietrainster met wereldwijde ervaring en eveneens net ASM-gecertificeerd. Ze werkte onder andere voor het Nederlandse volleybalteam, het Tsjechische nationale basketbal, in het ijshockey, rugby en is nu actief bij het Amerikaanse vrouwenvoetbalteam. Haar lezing bouwde voort op Eisenmanns inzichten, maar ging een stap verder: hoe implementeer je deze kennis in de praktijk, voor verschillende leeftijden én met grote groepen tegelijk?
Rodriguez introduceerde een model dat jonge sporters opdeelt in drie ontwikkelingsfasen, met bijbehorende trainingsstrategieën:
- In de foundation-fase (leeftijd ongeveer acht tot tien jaar) ligt de nadruk op het begeleiden van het leerproces met speelse, grondgebonden activiteiten. Denk aan loopvormen zoals snake runs of cirkelvormige bewegingen die asymmetrisch trainen en coördinatie verbeteren. Balans, plezier en hersenactivatie staan centraal. Ook ouders worden bij dit proces betrokken, zodat zij beter begrijpen wat hun kind ervaart.
- In de development-fase (elf tot veertien jaar) komt meer aandacht voor mobiliteit, spierverzorging en blessurepreventie. Kinderen leren hoe ze hun eigen lichaam kunnen verzorgen en gaan één keer per week naar de fitness. Veel voorkomende blessureproblemen zoals Osgood-Schlatter (kniepijn) worden actief gemonitord en aangepakt. Mentale ondersteuning is hier belangrijk: een paar weken uitvallen door een blessure heeft op deze leeftijd vaak een groot psychologisch effect.
- In de performance-fase (vijftien tot achttien jaar) neemt de intensiteit van krachttraining toe (twee keer per week gym), wordt specifiek getraind op versnellen, springen en explosiviteit en is monitoring van externe belasting en voeding van groot belang. Veelvoorkomende issues zijn hier gerelateerd aan heupen, hamstrings en lies. In deze fase verschuift de verantwoordelijkheid naar de sporter zelf. De trainer begeleidt en stimuleert, maar ook ouders blijven belangrijk om kinderen niet te overladen of te veel te pushen.

Save the date: volgende bijeenkomst is op 20 juni 2025
De Masters of Movement-cyclus gaat verder. Op vrijdag 20 juni 2025 is de volgende bijeenkomst met als thema: de rolstoel als trainingstool voor elke beweger. Keynote-spreker is Reda Haouam die zal laten zien hoe een ogenschijnlijk specifiek hulpmiddel als een rolstoel juist verrassende toepassingen kent in veelzijdig bewegen. Een must voor iedere trainer, docent of therapeut die verder wil kijken dan het gangbare.
Voor meer informatie: Masters of Movement