Een voetballer die judotraining krijgt om te leren vallen. Een tennisser die ook badmintont om zijn slagenarsenaal te verbeteren. En een handballer die basketbaltraining volgt om zijn voetenwerk te perfectioneren. Voor René Wormhoudt is het de normaalste zaak van de wereld. De voormalig conditie- en hersteltrainer van Ajax die tegenwoordig in dienst is bij de KNVB is het brein achter het Athletic Skills Model (ASM). Het is een nieuwe manier van denken over bewegen, waarvan wetenschappelijk onderzoek de basis vormt. Voor de topsport, breedtesport, bewegingszorg en bewegingsonderwijs. Niet de sport, maar de vaardigheden waaruit de sport bestaat staan centraal.
Beter leren bewegen
Alsof Wormhoudt het antwoord al had gegeven voordat de vraag was gesteld. Met het formuleren van dat antwoord begon hij al eind jaren negentig. Wormhoudt was als puber een sportieve duizendpoot. Hij voetbalde, vocht gevechten uit op de judomat, was lid van een schaakclub, tenniste een keer per week en had een zwak voor basketbal. “Mijn week bestond uit bewegen, in mijn vrije tijd ging ik naar school.” Tot hij op zijn achttiende werd gevraagd in de jeugdopleiding van Ajax te komen voetballen. Een droom voor elke jonge voetbalfanaat. Tegelijk viel hem in de drie jaar dat hij in de Meer voetbalde iets op. Sommige teamgenoten konden veel beter voetballen dan hij, maar bleken op andere motorische vlakken te kort te schieten omdat ze hun hele leven alleen maar gevoetbald hadden.
“Ongemerkt had ik in de jaren ervoor alle tien de grondvormen van bewegen een plek gegeven omdat ik allerlei verschillende sporten gedaan had. Hij zag dat sommige jongens niet in balans waren of zich niet konden opvangen als ze vielen. “Het waren voetballers maar geen atleten. Alsof ze een mooi stukje op de piano konden spelen, maar geen muzikant waren.”
“Het Nationaal Sportakkoord is een mooie samenvatting van de problematiek in Nederland. Het ASM sluit hier perfect op aan”
– René Wormhoudt
Wormhoudt rondde zijn studie fysiotherapie af en trad in dienst bij Ajax. Hij introduceerde alternatieve trainingen, zoals bewegen op muziek. Onder anderen Patrick Kluivert, Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart en Nigel de Jong liepen weg met de nieuwe trainingsvormen. “Ik had alleen geen vervolg, wist niet wat de volgende stap moest zijn om het veelzijdige atletisch vermogen dat ik voor ogen had te ontwikkelen”, zegt hij.
Het was voor Wormhoudt het moment om te stoppen bij Ajax met het bewegen op muziek en verder te werken aan een eigen plan: het Athletic Skills Model. “Ik kwam regelmatig topatleten tegen die vertelden welke verschillende sporten ze vroeger allemaal gedaan hadden en hoeveel profijt ze ervan hadden gehad. Alleen ontbrak een gestructureerd systeem. Ik wilde het omdraaien en kijken of we aan de hand van wetenschappelijk onderzoek vooraf konden bepalen welke sporten je helpen om beter te leren bewegen, waardoor je vaardiger wordt in je sport.”
Donorsporten en multisporten
Daarbij staan de tien grondvormen van bewegen centraal. Als voorbeeld noemt Wormhoudt een voetballer, die een beroep doet op zes grondvormen. Deze zes worden eenzijdig ontwikkeld doordat de grondvormen altijd op dezelfde manier ‘voetbalmanier’ worden getraind. Door een andere sport te doen waarvoor dezelfde vaardigheden nodig zijn (trappen en schieten of springen en landen) ontwikkelt de sporter de vaardigheden op een andere veelzijdige manier. Als voorbeeld noemt Wormhoudt Zlatan Ibrahimovic die in zijn jeugd veel aan taekwondo heeft gedaan. “De sporten met meerdere overeenkomstige vaardigheden noemen we donorsporten.”
De vier grondbewegingen die je niet traint met voetbal, vormen de multisporten. Wormhoudt: “klimmen en klauteren heeft niets met voetbal te maken. Toch is die vaardigheid ook voor de rompstabiliteit voor een voetballer van wezenlijk belang. In een touw of boom klimmen verbetert de knijpkracht. Dat heeft weer een hoge correlatie met fitheid. Met het ASM kunnen we dus verantwoorden waarom het belangrijk is om alle tien de grondvormen te trainen.”
Daarmee zegt Wormhoudt niet dat sporters niet meer specifiek moet trainen. Het tegenovergestelde is waar. Specifiek trainen is enorm belangrijk, meent hij. Het gaat volgens hem om de kwaliteit van de training en die is niet alleen afhankelijk van een specifieke oefenvorm. “Veelzijdige vaardigheden zorgen voor een grotere fysieke intelligentie. Hierdoor ontwikkel je aanpassingsvermogen, creativiteit. Bovendien is het leuk om op een gevarieerde wijze te bewegen.”
ASM als lokale oplossing
Met de komst van het Nationaal Sportakkoord begin dit jaar kreeg Wormhoudt de bevestiging van wat hij al een paar jaar wist: de motorische vaardigheden van kinderen is in rap tempo achteruit gegaan. Bovendien zijn er hele groepen mensen die nooit sporten. De ambitie om iedere Nederlander een leven lang met plezier te laten sporten en bewegen, ongeacht de lichamelijke of geestelijke gezondheid, leeftijd, geaardheid of sociale positie, brengt echter uitdagingen met zich mee. Wormhoudt is ervan overtuigd dat het ASM op lokaal niveau blijvende oplossingen biedt voor de uitdagingen uit het Nationaal Sportakkoord.
“Je stopt niet met bewegen omdat je oud wordt. Je wordt oud omdat je niet meer beweegt”
– René Wormhoudt
“Door middel van een stappenplan helpen en begeleiden we gemeenten bij het ontwikkelen en toepassen van het lokaal sportbeleid dat invulling geeft aan het Nationaal Sportakkoord”, zegt hij. “Het ASM biedt gedifferentieerde beweegprogramma’s op allerlei niveaus. Van topsport tot de breedtesport. Van gezondheidszorg tot het bewegingsonderwijs. En van valide tot mindervalide bewegers.” Hoe kunnen die programma’s op lokaal niveau concreet een bijdrage leveren? “Door mensen op te leiden tot buurtsportcoaches, breedtesportcoaches, docenten in het bewegingsonderwijs of fysiotherapeuten. En door binnen- en buitensportruimtes te ontwerpen waar mensen verleid worden om samen te gaan bewegen. Hier maakt ASM ruimte om ook te kunnen monitoren, testen en meten.”
Brede motorische ontwikkeling
Hij is zich ervan bewust dat een andere manier van denken reacties oproept. “Vermeende zekerheid is de vijand van verandering”, zegt de man achter het ASM cryptisch. Uiteindelijk moet de andere manier van denken ertoe leiden dat iedereen aan hetzelfde touwtje trekt. “De gymdocent is geen concurrent van de voetbaltrainer. En een hockeycoach hoeft geen angst te hebben als zijn pupil ook aan boksen doet”, benadrukt Wormhoudt. “Je stopt niet met bewegen omdat je oud wordt. Je wordt oud omdat je niet meer beweegt. Een brede motorische ontwikkeling maakt je fitter, gezonder en beter in je sport.”
Athletic Skills Model schreef een reactie op het Nationaal Sportakkoord. In hun reactie beschrijft ASM hoe je binnen drie stappen naar een verantwoorde en blijvende invulling van het Nationaal Sportakkoord komt. Het gehele rapport is hier te lezen.
—
Dit is een herpublicatie van het originele artikel op Sport & Strategie. Lees het originele artikel hier.
Guus Peters | 2019-09-19