De ASM Academy lanceerde in november vorig jaar Masters of Movement Community of Learners; in een reeks van netwerkbijeenkomsten kunnen ASM-instructeurs hun kennis verdiepen met masterclasses van specialisten uit theorie en praktijk. Basis van het ASM is de Schijf van 10! van bewegen. Tijdens de tweede masterclass op vrijdag 24 juni op de ALO Amsterdam stond de tiende grondvorm centraal: ‘Bewegen op- en maken van muziek’. De theorie werd verzorgd door Dr. Janine Stubbe, bewegingswetenschapper en lector Performing Arts Medicine bij Codarts Rotterdam. Sander Plomp, opleidingsdocent dans en bewegen op muziek op de ALO in Amsterdam, inspireerde de ASM-instructeurs in de praktijk met een dansworkshop.
Sport Knowhow XL
Door: Leo Aquina
Dans en sport zijn twee verschillende werelden, toch zijn er grote overeenkomsten en beide werelden kunnen veel van elkaar leren. Geert Savelsbergh, samen met René Wormhoudt grondlegger van het ASM, verwijst tijdens de opening van de avond naar een van de wetenschappelijke artikelen die de deelnemers ter voorbereiding als huiswerk mee hebben gekregen: “Je ziet dat kinderen die worden opgeleid met dans motorisch creatiever worden en dat is ook een van de belangrijkste speerpunten van het ASM.”
René Wormhoudt deed in de jaren negentig al aan bewegen op muziek met de Ajax-selectie, vanuit de overtuiging dat dit uiteindelijk betere voetballers zou opleveren. “In de kern dacht ik dat ik daarmee de grondmotorische eigenschappen – zo noemde ik ze toen nog – beter kon trainen. De tien grondvormen ondersteunen elkaar. Bij dansen doe je alles links en rechts, zonder voorkeurskant, en je verbindt eenvoudig allerlei grondvormen. Ik zie het als een fantastische optie, maar er zijn in beweegopleidingen altijd maar heel weinig mensen die er echt iets mee doen.”
"Acteurs spelen gemiddeld 9 verschillende karakters. Ze moeten zich 14 keer omkleden in zware kleding en lopen gemiddeld een afstand van 4,3 kilometer per voorstelling, meer dan een gemiddelde NBA-speler per wedstrijd"
Dansen is topsport
Janine Stubbe laat zien dat dit ook andersom het geval is. Zoals binnen sport- en beweegopleidingen weinig wordt gedaan aan dans, zo heeft Codarts Rotterdam – een internationale topopleiding op het gebied van dans en podiumkunsten – weinig oog voor de manier waarop in de (top)sport wordt getraind. En toch is wat de studenten aan Codarts doen goed te vergelijken met topsport. Stubbe vertelt over onderzoek bij de Broadwaymusical The Lion King.
“Die voorstelling duurt tweeënhalf uur. Acteurs spelen gemiddeld negen verschillende karakters. Ze moeten zich veertien keer omkleden in zware kleding en lopen gemiddeld een afstand van 4,3 kilometer per voorstelling. Dat is meer dan een gemiddelde NBA-speler per wedstrijd. De maximale hartslagen gaan tot 192 slagen per minuut en de maximale zuurstofopname is gelijk aan een profvoetballer. Fysiek zijn die inspanningen goed vergelijkbaar met topsport.”
Blessures zijn een grote bron van zorg bij Codarts. Stubbe: “Zeventig procent van de studenten raakt geblesseerd tijdens een academisch jaar en honderd procent heeft medische begeleiding nodig. Om blessures tegen te gaan heeft Stubbe bij Codarts de Performing artist and Athlete Health Monitor ontwikkeld. Enerzijds geeft dit systeem studenten maandelijks individueel feedback om hun gezondheid beter in de gaten te kunnen houden en anderzijds gebruiken Stubbe en haar collega’s de data om de opleiding te verbeteren als het gaat om blessuregevoeligheid.
Stubbe noemt het voorbeeld van een gastchoreograaf die met studenten aan een voorstelling werkte. “Die choreograaf stond internationaal in hoog aanzien, maar de voorstelling was veel te intensief. Daardoor gingen stressklachten en de pijnklachten omhoog. Wij kregen daarover terugkoppeling van studenten. Mede dankzij het monitoringssysteem herkennen studenten dit en durven ze het ook te benoemen. Wij kijken naar de data en die kunnen we met docenten en choreografen bespreken.”
Stubbe is trots op de resultaten van de Performing artist and Athlete Health Monitor: “We hebben tegenwoordig zes keer minder blessures in vergelijking met andere internationale dansopleidingen. Waar vroeger blessures de nummer één reden waren om te stoppen, staat het nu niet meer in de top-vijf.” De Performing artist and Athlete Health Monitor wordt inmiddels niet alleen bij Codarts gebruikt, maar ook bij Nationale Ballet, Scapino Ballet, Feyenoord, FC Dordrecht en roeivereniging SKADI. Daarmee is de link met de wereld van sport en bewegen gelegd.
"Als het corps de ballet repeteert voor een voorstelling, is iedereen continu aanwezig. De meesten staan dus urenlang te kijken terwijl de solisten oefenen”
Verbazing
Ondanks de vele overeenkomsten zijn de ASM-instructeurs tijdens de presentatie van Stubbe verbaasd over de manier waarop in de podiumkunsten wordt omgegaan met bewegen en het faciliteren daarvan. “Lionel Messi speelt met op zijn voet toegesneden kicksen, maar balletdansers lopen allemaal op precies dezelfde spitzen”, vertelt Stubbe. Met het feit dat de ene theatervloer vlak is en de andere een hellingshoek heeft, wordt in de voorbereiding totaal geen rekening gehouden. En waar topsporters vaak rust nemen in aanloop naar een topprestatie, werken podiumkunstenaars vaak juist heel veel harder naarmate de voorstelling dichterbij komt. Stubbe: “Deliberate play, zoals gebruikelijk in de sport, is in deze wereld nog helemaal niet doorgedrongen. Als het corps de balletrepeteert voor een voorstelling, is iedereen continu aanwezig. De meesten staan dus urenlang te kijken terwijl de solisten oefenen.”
De danswereld kan in de ogen van Stubbe nog het nodige leren van de sportwereld en ook ASM zou van toegevoegde waarde kunnen zijn. “ASM wordt in de podiumkunsten helemaal niet gebruikt. Choreografen kijken naar de dans als kunst en zij zijn verder vaak ook niet geschoold in de fysieke aspecten van training en bewegen. Ik denk dat we die zaken juist ook in de opleiding moeten meenemen om de dansers compleet te maken.”
“Als atleet ben ik natuurlijk ook veelzijdig opgeleid, maar dansen zou in onze sport een fantastische warming-up kunnen zijn"
- Gregory Sedoc, aanvoerder van de community
Geen beweging is te gek
Dat de sportwereld op zijn beurt ook het nodige kan leren van dans, bleek vervolgens uit de workshop van Sander Plomp, die dans en sport als van nature combineert. “Oorspronkelijk kom ik uit de budosporten”, zegt hij. “Ik wilde altijd al graag dansen en mijn buurmeisje ging naar de plaatselijke sportschool. Zo kwam ik in aanraking met aerobics. Dat was een eyeopener. Later ben ik doorgerold naar streetdance en moderne dans. Met de opleiding tot fysiotherapeut en later de ALO kwam voor Plomp alles samen. “Ik geloof niet in hokjes, tennis hier, voetbal daar”, aldus Plomp. “Ik geloof in bewegen op zich, in de variatie, dat één plus één drie kan worden.”

Voor de workshop van Plomp verhuist het gezelschap van ASM-instructeurs van de collegezaal naar de gymzaal. Plomp benadert de dans niet als esthetische kunstvorm. “Ik ga jullie niet vertellen hoe het moet”, zegt hij. “Iedereen doet zijn eigen ding en voor mij is geen beweging te gek.” Plomp laat de deelnemers bewegen in de verschillende vlakken air, high, mid en low en met de begeleidende muziek zorgt hij voor ritmes waarop diverse oefeningen worden uitgevoerd. De ASM-instructeurs zijn over het algemeen geoefende bewegers, maar Plomp geeft ze desalniettemin een stevige uitdaging op het gebied van ruimtelijke oriëntatie, balanceren, roteren, glijden, stabiliteit en flexibiliteit. Na de intensieve workshop is de hele zaal ervan overtuigd dat bewegen op muziek toegevoegde waarde heeft in het bewegingsonderwijs.
Oud-topsporter Gregory Sedoc, die bij de Masters of Movement bijeenkomsten optreedt als gastheer en gespreksleider, is enthousiast: “Als atleet ben ik natuurlijk ook veelzijdig opgeleid, maar dansen zou in onze sport een fantastische warming-up kunnen zijn. Ik zie zeker toegevoegde waarde, als het gaat om stabiliteit, lenigheid een klein beetje explosiviteit.” Ook op andere gebieden kan de (top)sport leren van dans. Sedoc is met name onder de indruk van het feit dat er bij Codarts ondanks de zeventig procent blessures nul procent uitval is tijdens de opleiding. “Dat vind ik shocking. Daar kunnen we in de sport veel van leren. In de topsport heb je ook zeventig procent blessures, maar de uitval is ook enorm hoog.”
Volgende masterclass
“Repetition without repetition”
Wetenschapper en expert differentieel leren Prof. dr. Wolfgang Schöllhorn en Topcoach shorttrack Jeroen Otter.
Ook live aanwezig zijn? Dat kan!