Chef de Misson Pieter van den Hoogenband zat 20 mei als gast aan tafel bij Op1. De aanleiding daarvan was de campagne voor een gezonde generatie van NOC*NSF met de Nederlandse Loterij en diverse gezondheidsfondsen. Aan tafel kwam ook het rijke sportverleden van de drievoudig Olympisch kampioen zwemmen aan bod. Juist dat gunt Van den Hoogenband de huidige jeugd van Nederland ook.
Van den Hoogenband is vooral bekend om zijn prestaties als topzwemmer op de vrije slag. In deze rol behaalde hij driemaal Olympische goud en wist hij diverse records te verbreken. Net als bij veel topsporters, blijkt er achter de topsportcarrière nog een veel breder sportverleden schuil te gaan. Zo vertelt hij aan tafel ook over zijn eigen rijke sportverleden waarin hij veel verschillende sporten heeft gedaan, voordat hij excelleerde als topatleet in het wedstrijdzwemmen: “Tennisen, judo en hockey. Ook voetbal, waar helaas ooit ook nog eens een pindakaas reclame over is gemaakt.” licht hij toe.
“Dat gun ik niet alleen mijn kinderen, dat gun ik alle kinderen”
Nu staat Van den Hoogenband in dienst van de huidige topatleten uit Nederland. Maar ook vanuit zijn rol als vader spreekt hij zijn gedachte aan tafel uit: “Ik ben gezinshoofd van vier kinderen en ik heb in deze tijd ook ervaren dat kinderen veel vragen. En als ouder zijnde, en part-time docent, wil ik ze dat ook aanreiken. Dat gun ik niet alleen mijn kinderen, maar dat gun ik alle kinderen.”
Jacco Verharen
De succescoach Jacco Verhaeren coachte voorheen Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn en Ranomi Kromowidjojo naar meerdere Olympische gouden medailles en records en heeft de afgelopen jaren opnieuw met successen geacteerd als hoofdcoach van het Australische zwemmen. In 2012 publiceerde het ASM het Nederlandstalige boek ‘Het Athletic Skills Model; voor een optimale talentontwikkeling’, met daarin een apart kader over de visie op talentontwikkeling van Verhaeren (Wormhoudt, Savelsbergh, & Teunissen, 2012, p58.):
“Wij hebben het Meerjaren Opleidingsplan Zwemmen (MOZ) geschreven. Daarin staat dat wij propageren dat je er zeker tot je 13e of 14e liefst nog een andere sport bij doet.”, vertelt Verhaeren. “Als dat ten koste gaat van één of twee zwemtrainingen, helemaal geen probleem. Sterker nog, we moedigen dat aan. Ga bijvoorbeeld judoën, voetballen, hockeyen, tennissen, doe iets anders. Wat we in elk geval willen, is dat de kinderen allround ontwikkelen.” Wat is dan bijvoorbeeld volgens Verhaeren een goede aanvullende sport, wat binnen het ASM een ‘Donorsport’ wordt genoemd, voor zwemmers? “Kinderen op die leeftijd moeten vooral doen wat ze leuk vinden, dat is het belangrijkste. Maar als je mij vraagt wat aanvullend is, dan is judotraining bijvoorbeeld wel een heel complete lichaamsontwinkkelende training, buiten het feit dat je ook nog leert direct met een tegenstander om te gaan. En je leert balans, respect en weerbaarheid, wat ook een belangrijke rol speelt in de toekomst van kinderen. Daarom zou ik zeggen: zwemmen en judo is een ideale combinatie.”
Dat de huidige Chef de mission van NOC*NSF op jonge leeftijd al in het zwembad actief was, is geen verrassing. Zijn moeder kent eveneens een mooie zwemcarrière en zijn vader was waterpolo’er. Waar Van den Hoogenband uitblonk in de discipline van zijn moeder, deed zijn broer, Robert van den Hoogenband, dat in de discipline van zijn vader. In 2006 werd nog even geprobeerd of de broers samen op de Olympische Spelen in Peking uit konden komen in een estafette, maar dat bleef uit.
Bekijk hieronder het hele fragment bij Op1 terug