“Bij handgranaatwerpen zit een aantal van de tien grondvormen van bewegen die we binnen het Athletic Skills Model (ASM) definiëren”, vertelt ASM-opleidingsmanager Yordi Vermaat. Hij verzorgt al jaren ASM-opleidingen bij de landmacht en de luchtmacht. Afgelopen voorjaar sloten er ook sportinstructeurs van het Korps Mariniers en de Marechaussee aan, waarmee voor het eerst alle onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht aan de opleiding deelnamen. Veelzijdig kunnen bewegen is belangrijk voor al het beroepspersoneel bij defensie. “De theorie spreekt mij aan. Hoe kunnen we de tien grondvormen terug laten komen in onze fysieke trainingen”, zegt Sergeant-Majoor van de Mariniers Rachid Benchicar, die als senior sportinstructeur aan de opleiding deelnam.
Sport Knowhow XL
Door: Leo Aquina
Lees het origineel op SportKnowhowXL.nl
ASM-opleidingsmanager Yordi Vermaat was zelf tussen 2006 en 2012 marinier. “Ik heb altijd affiniteit met de doelgroep gehad, dus ik zag een grote meerwaarde van het ASM voor defensie. De landmacht was vijf jaar geleden het eerste krijgsmachtonderdeel waar we de opleiding voor hebben verzorgd. Dit was alweer de vijfde keer dat we de opleiding verzorgden en nu waren er vijf sportinstructeurs van de mariniers bij.”
Transfers of learning
Waarom is het ASM een toegevoegde waarde bij defensie? Vermaat: “Je kan een betere militair worden door niet alleen taakspecifiek te trainen. Aspecifiek trainen kan de totaalontwikkeling van de militair vergroten via vijf transfers of learning. Uit onderzoek is bekend dat veelzijdiger bewegen leidt tot betere prestaties, minder blessures, meer creativiteit en meer plezier. Al die elementen zijn noodzakelijk voor de inzet en het behoud van de militair.”
Vermaat geeft voorbeelden: “Mariniers opereren onder meer in stedelijk gebied en moeten gebouwen zuiveren. Dat is veel roteren in kleine ruimtes met onverwachte beweging om je heen. Dat kun je taakspecifiek oefenen, maar als je bijvoorbeeld gaat squashen moet je eenzelfde soort informatie verwerken, roteren in een kleine ruimte met complex voetenwerk, rekening houden met de positie van je tegenstander en anticiperen op een balletje dat soms moeilijk te zien is. Daar zitten allerlei transfers in. Je ontwikkelt het aanpassingsvermogen, waardoor je ook in operationele situaties beter uit de voeten kunt. Uit onderzoek is bekend dat niet één beweging hetzelfde is. Trainen voor een specifieke situatie kan wel, maar elke situatie vraagt om een andere oplossing. De mens is een geboren aanpasser en gedijt het beste bij variatie. Dat stimuleert het leerproces.”
Als voorbeeld noemt Vermaat de specifieke taak handgranaatwerpen: “Tijdens de training kan je verschillende grondvormen uit de ‘Schijf van 10’ toevoegen, zodat het handgranaatwerpen veelzijdiger wordt: met de andere arm werpen, vanuit een sprong werpen, een koprol toevoegen, de variatie is eindeloos, maar het doel is altijd beter en gerichter te gaan handgranaatwerpen. Daarbij kan je ook kijken in welke sport/activiteit dezelfde grondvormen van bewegen terugkomen. Via deze donorsporten en multisporten staat de ontwikkeling van het aanpassingsvermogen centraal.”
Rachid Benchicar sluit zich daarbij aan: “Het gaat om de veelzijdigheid van bewegen. Veel dingen deden we al – de meeste grondvormen komen natuurlijk allemaal terug in onze fysieke trainingen – maar door bewust met de grondvormen uit ASM aan de slag te gaan, kunnen we die vaardigheden beter combineren. Breed motorisch onderlegd zijn komt de fysieke gereed stelling ten goede. De verdieping van ASM is waardevol, bovendien werkt het breed ontwikkelen van motorische vaardigheden preventief met het oog op blessures en verbetert het de prestaties.”
Beweegarmoede
De toegevoegde waarde van het ASM voor defensie wordt versterkt door een negatieve trend in de samenleving. Vermaat spreekt nadrukkelijk over beweegarmoede, waardoor nieuwe rekruten minder vaardig zijn als het op bewegen aankomt. Benchicar constateert hetzelfde: “We zien op dat gebied echt verschuivingen. Schoolzwemmen is wegbezuinigd en er is minder bewegingsonderwijs op scholen. Daar zien wij de gevolgen van. Sommige rekruten hebben echt moeite met basisdingen als een koprol of touwklimmen, die je vroeger standaard op school leerde.”
Of ASM dit probleem bij defensie volledig kan ondervangen, durft Benchicar niet te zeggen: “Wij krijgen rekruten binnen als ze 17-19 jaar zijn. Dan moet de basis al gelegd zijn. Ze zijn dan de leeftijd al gepasseerd waarop ze versneld vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. ASM kan voor ons zeker van toegevoegde waarde zijn, je bent altijd in staat om iets nieuws te leren, maar om dat echt te ondervinden bij het Korps Mariniers moeten we het eerst gaan toepassen. We staan pas aan het begin.”
Nieuwe kazerne
Een van de plekken waar de Mariniers in de toekomst waarschijnlijk met ASM aan de slag gaan, is de nieuw te bouwen kazerne in Nieuw-Milligen. Benchicar maakt deel uit van de projectgroep die zich bezighoudt met de inrichting. Er wordt nagedacht over het integreren van ASM-elementen in de instructieruimtes, vertelt hij: “We hebben andere Skills Gardens en PLAYCE in Nederland bezocht en daar zijn we interessante elementen tegengekomen, zoals verschillende hellingsgraden in trappen en heuvels. Dat is waardevol en dat zijn zaken die we ook direct kunnen relateren aan ons werkveld. Om de zoveel tijd komt de projectgroep bijeen en dan worden de wensen en functie-eisen neergelegd. Er is contact geweest met René Wormhoudt en Yordi Vermaat, maar wat daaruit komt, is nog niet bekend. Budget speelt uiteraard ook een rol.
LO-hart gaat sneller kloppen
Ook los van de nieuwe kazerne in Nieuw-Milligen is ASM niet meer weg te denken uit de fysieke trainingen bij defensie. Luitenant-kolonel Pieter van der Peet, Commandant van de LO&Sportorganisatie Koninklijke Landmacht, toont op LinkedIn zijn enthousiasme: ‘Ik had de eer om de certificaten uit te mogen reiken aan 25 collega’s die met goed gevolg de ASM-instructie opleiding Advanced hebben gevolgd. Wat een mooie verdieping als professional waarbij veelzijdig bewegen en plezier centraal staan. Mijn LO-hart gaat sneller kloppen…’